Vervoermaatschappij De Lijn en netbedrijf Fluvius starten een structurele samenwerking voor de realisatie van oplaadinfrastructuur voor elektrische bussen in Vlaanderen.
Door de samenwerking mikken beide bedrijven vooral op synergievoordelen, onder meer door hun investeringsplannen maximaal op elkaar af te stemmen.
Elektrische bussen cruciaal voor energietransitie
In het kader van de klimaatdoelstellingen hebben zowel Europa, als Vlaanderen en diverse steden en provincies klimaatplannen uitgewerkt.
Lydia Peeters, Vlaams minister van Mobiliteit: 'Om de klimaatdoelstellingen te halen, moeten we in Vlaanderen volop de kaart trekken van combimobiliteit trekken en de omslag maken naar meer duurzame verplaatsingen..
Dit is voor De Lijn een drijvende factor om haar vloot verder te vergroenen. Deze doelstelling werd zowel verankerd in het Vlaams regeerakkoord als in de beheersovereenkomst.
Ik ben verheugd dat we dankzij deze samenwerkingsovereenkomst een nieuwe stap zetten richting een volledig emissieloos openbaar vervoer in Vlaanderen.'
Laadinfrastructuur en aansluiting energievoorzieningen
E-bussen hebben geen klassieke verbrandingsmotor (op fossiele brandstoffen zoals diesel of benzine), maar worden aangedreven door een elektrische motor en batterij.
De batterijen laden op met stroom van het elektriciteitsnetwerk. Er is dus ook voldoende laadinfrastructuur nodig zodat de e-bussen kunnen opladen.
Zuhal Demir, Vlaams minister Energie: 'Wie 'energietransitie' zegt, zegt automatisch ook 'elektrische mobiliteit'. We willen op termijn steeds minder voertuigen op benzine en diesel en steeds meer elektrische voertuigen op de baan.
En om dat mogelijk te maken, hebben we natuurlijk elektriciteit en oplaadinfrastructuur nodig. Ik ben dan ook bijzonder trots dat twee Vlaamse bedrijven elkaar gevonden hebben om samen aan de slag te gaan en deze doelstellingen in het Vlaamse regeerakkoord mee helpen realiseren.'
De samenwerkingsovereenkomst tussen De Lijn en Fluvius heeft als doel het voorzien van de nodige laadinfrastructuur, zowel op de stelplaatsen en de onderhoudscentra van De Lijn als mogelijk op het openbaar domein.
Fluvius zoekt hierbij ook maximaal synergie met de bestaande elektriciteitsnetten en -cabines. Gemiddeld vraagt een stelplaats een elektrisch vermogen van 10 megavoltampère (MVA), wat ongeveer overeenkomt met het aansluitvermogen van 1 000 gezinnen.
Wat houdt de samenwerkingsovereenkomst in?
Voor de vergroening van haar vloot kiest De Lijn resoluut voor elektrische bussen, of kortweg 'e-bussen'. In totaal wil De Lijn tegen 2035 liefst 1 200 bussen vervangen door hybride of elektrische exemplaren.
Om die bussen op te laden is op tal van plaatsen heel wat elektrisch vermogen nodig. Fluvius zal als partner die ambitie mee helpen realiseren.
Roger Kesteloot, directeur-generaal De Lijn: 'De Lijn zet vol in op de vergroening van haar vloot. Elektrisch rijden betekent veel meer dan enkel de aankoop en ingebruikname van e-bussen.
Ook de bijhorende laadinfrastructuur en de aansluiting op de energievoorzieningen van de netbeheerder in de stelplaatsen van De Lijn moeten uitgerold worden. Het gaat om een volledig nieuw ecosysteem.
Dankzij deze samenwerking met Fluvius kunnen we ervoor zorgen dat de verdere uitrol vlot verloopt en dat we de doelstellingen halen.'
De samenwerking tussen De Lijn en Fluvius startte dit voorjaar met een proefproject in Leuven, waar sinds september 2020 6 elektrische bussen rijden. Het succes van dat proefproject lag aan de basis van de structurele samenwerking die nu wordt opgestart.
Frank Vanbrabant, ceo Fluvius: 'Vlaanderen zit volop in een cruciale energietransitie en elektrische mobiliteit is daar een belangrijk onderdeel van.
Die beweging brengt grote uitdagingen met zich mee voor de elektriciteits-netten die almaar intensiever belast zullen worden naarmate de elektrificatie toeneemt.
We moeten inzetten op slimme technieken en de juiste samenwerkings-verbanden om elektrische mobiliteit maximaal te ondersteunen, en de overstap op een financieel efficiënte manier te realiseren. Daarom is deze samenwerking tussen Fluvius en De Lijn zo belangrijk.'
Beide partners stellen samen een plan van aanpak op om de stelplaatsen en onderhoudscentra van De Lijn voor te bereiden op de aanleg van de nodige infrastructuur.
Voor elke site zorgt Fluvius voor een advies op maat waarmee De Lijn tegemoet kan komen aan de vermogensbehoefte ter plaatse.
Zo kunnen Fluvius en De Lijn samen een stappenplan opstellen voor de stapsgewijze uitrol en aansluiting van oplaadinfrastructuur, zonder dat de lokale energiebevoorrading in het gedrang komt. Ook mogelijke toekomstige laadlocaties op het openbaar domein worden verder onderzocht.
De overeenkomst heeft een looptijd van 5 jaar en kan verlengd worden met telkens 5 jaar. Tussentijds gebeuren er evaluaties om uit de geleerde lessen eventuele tussentijdse wijzigingen door te voeren.
Budget en financiering
De samenwerkingsovereenkomst heeft geen directe financiële impact. De effectieve realisaties van de aansluitingspunten zijn een resultaat van de samenwerking en worden steeds afzonderlijk voorgelegd aan de raad van bestuur van De Lijn.
De raad van bestuur buigt zich vervolgens over de goedkeuring in functie van het investeringsprogramma en de gefaseerde uitrol van de elektrische bussystemen in Vlaanderen.